Dit is een vraag die ik heel vaak krijg. Je kleden binnen je kleurtype zorgt voor de best mogelijke uitstraling, toch is dit niet altijd mogelijk of wenselijk. Het antwoord is dan ook ja! Ik ben de laatste om te zeggen dat je je altijd moet beperken tot je kleurenpalet. Soms doe ik ook gewoon mijn goesting en dat moet kunnen! Kledij kiezen is nog steeds een gevoelskwestie: voel je je goed in je kledij dan straal je dat ook uit! Wil je afwijken? Prima dus! Maar er zijn wel enkele tips om het goed te doen.
Afwijken op 1 dimensie
Kleurtypes worden onderscheiden op dimensies: licht-donker en koel-warm zijn de belangrijkste. Ga je afwijken, probeer dan telkens maar op 1 dimensie af te wijken. Ben je bijvoorbeeld een koel en licht type, een zomertype dus, dan kan je gerust eens kiezen voor een koele donkerdere kleur of voor een warmere licht kleur, maar warm en donker wijkt af op twee dimensies. Concreet betekent dit dat ons zomertype dus beter wegblijft van de kleuren van het herfsttype. Kleurtjes van het wintertype kunnen sporadisch wel. Zo kan het in de zomer bijvoorbeeld leuk zijn eens te kiezen voor het felle fuchsia in plaats van alle pastels. Het omgekeerde geldt dus ook, als herfsttype zijn de kleuren van het zomertype te veraf van het eigen palet, de warme kleuren van het lentetype en de donkere kleuren van het wintertype kunnen dan weer wel eens geadopteerd worden.
Combineren met het eigen palet
Voor sommige gelegenheden heb je klassieke kleuren nodig zoals zwart, wit of blauw. Dit zijn voornamelijk voor de lente– en herfsttype problematische kleuren. Het probleem met deze kleuren is dat ze hard en donker ogen waardoor mensen naar je kledij kijken in plaats van naar je gezicht. Kan je niet afwijken van deze kleuren, kies er dan voor om de outfit verder af te werken met kleuren uit je eigen palet. Dit kan je doen in je accessoires of onderstuks. Draag je als herfsttype bijvoorbeeld een donkerblauw pak werk dan af met een oranje sjaal of kies voor een Bordeaux bloesje eronder. Zo krijg je toch nog een geschiktere kleur bij het gezicht. Voor lentetypes geldt sowieso dat kleurblokken goed combineren. Moet je een zwarte jurk dragen, werk dan af met felle oorbellen in een contrasterende kleur zoals rood of geel.
Let op de stofkeuze
Elk kleurtype heeft ook een eigen stofkeuze. Lente- en herfsttypes staan mooi met soepele stoffen terwijl de stijl van winter- en zomertypes beter aansluit bij stijve stoffen; Wijk je af van de kleuren, probeer dan wel de “stofregels” te behouden. Wil je als wintertype bijvoorbeeld voor pastels kiezen, ga dan voor een pastelroze kostuumbroek bijvoorbeeld, wat een typisch voorbeeld is van een stijve stof. idem, als een herfsttype wil kiezen voor kobaltblauw, kies dan een soepel vallende rok in die kleur en combineer met een warme tint bovenaan.
Afwijken onderaan
En dan eigenlijk nog de makkelijkste regel: kies voor de afwijkende kleur onderaan: broek of rok. De kleuren van je kleurtype gelden immers enkel voor de dingen die je vlak bij je gezicht draagt, wat je onderaan doet is altijd volledig vrij. Oranje is bijvoorbeeld een kleur die helemaal niet in het palet van de koele types zit, wil je het toch, ga dan zeker voor een oranje broek!
Ziezo, ik hoop dat je met deze tips verder kan experimenteren van het combineren van kleuren. Weet je nog niet welk kleurtype je bent? Dan kan je daarvoor bij fashion emergency terecht! Ontdek hier het aanbod.

